20 juni 2025. Vlak voor zijn vlucht van Amsterdam naar Tanger maakt Abdelkader Benali (schrijver en programmamaker) een tussenstop in het depot van het Cobra Museum. Daar, tussen de rekken, ziet hij Le Rêve d’Icare weer terug: het schilderij van Mohamed Abouelouakar dat hij drie jaar geleden heeft aankocht bij Heden, maar sindsdien niet meer in het echt heeft gezien. Op zijn rode slippers loopt hij op het werk af, pakt zijn telefoon, zoomt in op details en maakt foto’s. “Potverdorie,” zegt hij. “Die groene kleur, en dat geel… wat komt dat prachtig uit in dit licht.”
De ontdekking
In 2020 wordt Benali gevraagd een tentoonstelling samen te stellen over Marokkaanse kunst. Een overzicht van de periode vanaf de onafhankelijkheid van Marokko tot nu. Hij begon aan een intensieve zoektocht. “Avonden lang zat ik achter de computer,” vertelt hij. “Googelen, zoeken, lijstjes maken. Toen stuitte ik ineens op Mohamed Abouelouakar. En tot mijn verbazing: ik vond werk van hem in eigen land, bij Heden.”
Hij maakte een afspraak. Wat hij bij Heden zag, raakte hem onmiddellijk. “Ik vond het overrompelend,” zegt hij en vertelt dat Le Rêve d’Icare een werk is waarin verschillende werelden samenkomen. De invloed van de islamitische beeldtaal, verwijzingen naar de orthodoxe iconenkunst en een vrije omgang met kleur en vorm maken het tot een sleutelstuk binnen Abouelouakars oeuvre. Wat hem vooral intrigeerde, waren de pijlen. “Ik ben altijd gefascineerd door verkeerspijlen. Ze sturen, geven richting, maar blijven open voor interpretatie. Net als dit werk.”
De maker
Het schilderij is gemaakt door Mohamed Abouelouakar (1959–2020), een kunstenaar die zowel binnen de Marokkaanse kunst als daarbuiten een bijzondere positie inneemt. Hij werkte als filmmaker, scenograaf en schilder, en liet zich in zijn beeldtaal inspireren door religie en mythologie. In Marokko wordt Abouelouakar gezien als een van de grote vernieuwers. Zijn werken verschijnen op veilingen en worden steeds meer gewaardeerd. Abouelouakar woonde en werkte in onder andere Moskou en Parijs, en werd in 2010 door Michiel Morel (destijds directeur van Heden) uitgenodigd naar Nederland te komen. Hij arriveerde met drie werken, waarvan er uiteindelijk twee teruggingen naar Marokko. Le Rêve d’Icare bleef in Nederland.
Le Rêve d’Icare is kenmerkend voor zijn stijl. De drie halve manen verwijzen naar islamitische symboliek, terwijl het verhaal van Icarus (Le Rêve d’Icare betekent de droom van Icarus: de jongen die met eigengemaakte vleugels te dicht bij de zon vloog) een universele mythe is over ambitie en overmoed. Abouelouakar volgt geen vaste route. “Hij laat de chaos regeren,” zegt Benali. “En daarin schuilt juist zijn kracht.”
De toekomst
Toch heeft hij het werk niet in huis hangen. Het is groot, bijna monumentaal, en vraagt om ruimte. Nu het werk weer even uit het depot komt voor een fotosessie, ziet Benali opnieuw wat hem er ooit zo in aantrok. “Het voelt als thuiskomen,” zegt hij. “Een werk dat spreekt in beelden zoals ik dat in woorden doe.”
Die middag vertrekt hij naar Tanger, maar het schilderij laat hem niet los. “Het verdient terecht een plek in het museum of in een andere publieke ruimte.", zegt hij beslist. "Het hoort in ieder geval op een plek waar mensen het kunnen zien, ervan kunnen genieten en zich erdoor kunnen laten inspireren.”
Le Rêve d’Icare laat zien hoe kunst mensen kan raken. Heden maakt dat mogelijk door museumwaardige kunst toegankelijk te maken voor iedereen. Van grote, opvallende werken, zoals dit schilderij, tot kleinere kunst die past in huis of op kantoor. Kunst hoeft echter niet perse in een museum te hangen om indruk te maken: via Heden krijgt het ook een plek in het dagelijks leven.
Foto's gemaakt door: Nieck Bakker



